populatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  populatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • po·pu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bevolking’ voor het eerst aangetroffen in 1598 [1]
  • afgeleid van het Franse population (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord populatie populaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depopulatiev

  1. bevolking.
  2. (statistiek) een groep personen of zaken die voor statistische doeleinden geselecteerd of bij elkaar gebracht zijn
  3. (biologie) een groep organismen van dezelfde soort die niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden zijn en dus (theoretisch) met elkaar kunnen voortplanten
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord populatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.