potsierlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  potsierlijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɔtˈsirlək/
Woordafbreking
  • pot·sier·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lachwekkend’ voor het eerst aangetroffen in 1714 [1]
  • van Duits possierlich [2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen potsierlijkpotsierlijkerpotsierlijkst
verbogen potsierlijkepotsierlijkerepotsierlijkste
partitief potsierlijkspotsierlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

potsierlijk

  1. dwaas, komisch, belachelijk
    • De hofdansen zijn merkwaardig, er is een ganzenrace in slow-motion: het potsierlijke van de pruikentijd buit hij uit tot in het extreme. [4] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord potsierlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.