primăvară

Roemeens

Uitspraak
  • IPA: /'priməvarə/
enkelvoud meervoud
nominatief en accusatief primăvară primăveri
lidwoordsvorm primăvara primăverile
datief en genitief primăverii primăverilor
vocatief primăvaro primăverilor

Zelfstandig naamwoord

primăvară v

  1. lente, voorjaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.