programmeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  programmeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
programmeren
programmeerde
geprogrammeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

programmeren overgankelijk

  1. het schrijven van een computerprogramma
  2. strak plannen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • deprogrammering
  • programmatie
  • programmator
  • programmeerafdeling
  • programmeerbaar
  • programmeerbeleid
  • programmeercode
  • programmeerconcept
  • programmeerfout
  • programmeerinterface
  • programmeerkennis
  • programmeermodel
  • programmeeromgeving
  • programmeerprobleem
  • programmeersysteem
  • programmeertaak
  • programmeertaal
  • programmeertechniek
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord programmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.