proloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  proloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pro·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorrede’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Van het Griekse πρόλογος prologos, van het woord pro (voor) met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord proloog prologen
verkleinwoord proloogje proloogjes

Zelfstandig naamwoord

deproloogm

  1. (taalkunde) inleidende rede van een tekst, voorwoord.
  2. (sport) bij grote meerdaagse wielerwedstrijden een korte tijdrit die als openingsrit wordt verreden
  3. (muziek) de inleiding tot een theaterstuk, opera, musical etc.
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord proloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.