pruikenboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pruikenboom (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- prui·ken·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pruik zn en boom zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pruikenboom | pruikenbomen |
verkleinwoord | pruikenboompje | pruikenboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de pruikenboom m [1]
- (bloemplanten) Cotinus coggygria een plant uit de pruikenboomfamilie (Anacardiaceae ). De plant kan tot 7 m hoog worden. De Nederlandse naam is afgeleid van de rozige, harige pluimen die karakteristiek zijn voor de soort in de periode dat deze vrucht draagt (in de bloeiperiode zijn deze geel van kleur). In tegenstelling tot de pluimen hebben de bladeren geen beharing en zijn glad en blauwachtig groen, doch in de herfst roodachtig
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'pruikenboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] pruikenboom in het Nederlands Soortenregister N
- [1] pruikenboom op Wikidata
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.