puberteit
Niet te verwarren met: pubertijd |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: puberteit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pu·ber·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puberteit | puberteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de puberteit v
- (medisch) het proces van seksuele rijping van kind naar volwassene en het gedrag dat daar bij hoort
- De puberteit leidt vaak tot conflicten met het ouderlijk gezag.
Synoniemen
- pubescentie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord puberteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puberteit" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ puberteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.