pubertijd

Niet te verwarren met: puberteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pubertijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pu·ber·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pubertijd -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depubertijdm

  1. de tijd waarin iemand de puberteit ondergaat
    • De pubertijd is berucht om zijn emotionele problemen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pubertijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.