quant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: quant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- quant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quant | quanten |
verkleinwoord | quantje | quantjes |
Zelfstandig naamwoord
quant m of o
- (natuurkunde) de kleinste, ondeelbare hoeveelheid van een grootheid die bij een interactie betrokken kan zijn, kwantum
- De quanten van het ultraviolette deel van het spectrum zijn energierijker dan die van het zichtbare deel.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- quantenchemie, quantentheorie, quantiteit
Gangbaarheid
- Het woord quant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "quant" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "quant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ quant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.