radiostem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  radiostem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ra·dio·stem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiostem radiostemmen
verkleinwoord radiostemmetje radiostemmetjes

Zelfstandig naamwoord

deradiostemv/m

  1. de stem van iemand die men kan horen via de radio
     „Wel achter de microfoon, maar niet waar je denkt!”, zegt de sidekick van Ruud de Wild met zijn prachtige radiostem. „Ik keer weer terug naar mijn geboorteplaats Enter. Ja, wie had dat gedacht, maar we hebben altijd gezegd dat er een moment komt dat we terugkomen. Ik heb ook nooit mijn woonplaats op Facebook aangepast. Het is altijd Enter gebleven.”[1]

Gangbaarheid

  • Het woord radiostem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Regien Klein Hegeman
    “NPO2-man Gijs Hakkert uit Enter bouwt aan zijn favoriete plek; hier spreekt hij straks zijn stemmetjes in” (15-08-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.