rainbow

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  rainbow (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈreɪnbəʊ/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
rainbow rainbows

Zelfstandig naamwoord

rainbow

  1. (meteorologie) regenboog
  2. (figuurlijk) hele serie/reeks/verzameling van iets, waaier [2]
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.