rallen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rallen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɑlə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ral·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rallen
ralde
gerald
zwak -d volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

rallen

  1. (verouderd) praten zonder ernstige bedoelingen
    • Laet elk van schoone steden rallen,
      Ik acht de beste steê van allen,
      Daer slechts de mensche liefst mag zijn,
      Schoon s'in sich selfs niet heerlik schijn.
       [4]
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord rallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

derallenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ral
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kraanvogelachtigen) Rallidae  een familie van vogels uit de orde kraanvogelachtigen (Gruiformes). Deze familie van omnivore moeras- en watervogels telt ongeveer 150 soorten. Op grond van moleculair genetisch onderzoek zijn de inzichten over de indeling in geslachten en soorten sinds 2012 sterk gewijzigd
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
36 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
rallar

rallen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rallar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van rallar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.