ramshoorn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ramshoorn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɑmshorn/, /ˈrɑmshorən/
Woordafbreking
  • rams·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ramshoorn ramshoorns
(ramshoornen)
verkleinwoord ramshoorntje ramshoorntjes

Zelfstandig naamwoord

deramshoornm

  1. (zoötomie) hard uitsteeksel, dat gedraaid in een punt uitloopt, aan beide kanten van de kop van een mannetjesschaap
     De soupers aan het hof beginnen me behoorlijk de keel uit te hangen. Niet alleen omdat ze eindeloos duren, of omdat we ons moeten onderwerpen aan de laatste modes zoals bepoederde gezichten, martelend strakke, met edelstenen bezette kapsels als ramshoorns, zijden gewaden waarvan de mouwen zo krap zitten dat het bijna onmogelijk is om een lepel naar onze zorgvuldig gekleurde lippen te brengen... Nee, het ergst zijn de roddels, het kwaadaardige gegons van wespen die hun giftige angels maar al te graag in welke tere huid dan ook steken.[1]
  2. (dierkunde) slakken en slakkenhuisjes met een spiraalvorm die aan de hoorn van een ram doet denken
  3. (religie) (Jiddisch-Hebreeuws) sjofar, blaasinstrument vervaardigd uit de hoorn van mannetjesschaap, gebruikt in de joodse eredienst[2]
Schrijfwijzen

ramshoorn o

  1. (materiaalkunde) hoorn afkomstig van mannetjesschapen

Gangbaarheid

  • Het woord ramshoorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.