randdebiel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  randdebiel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rand·de·biel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord randdebiel randdebielen
verkleinwoord randdebieltje randdebieltjes

Zelfstandig naamwoord

deranddebielm

  1. (scheldwoord) marginale imbeciel, gek, dwaas
    • Als je de fans van het Nederlandse elftal ziet, zou je denken dat je te maken hebt met een stel randdebielen terwijl er misschien zelfs een professor tussen zit. 

Gangbaarheid

  • Het woord randdebiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.