ref.

Niet te verwarren met: ref

Nederlands

Uitspraak
  • [A] Geluid:  ref.    (hulp, bestand)
    • IPA: /refəˈrɛn(t)si/ (4 lettergrepen)
  • [B] Geluid:  ref.    (hulp, bestand)
    • IPA: /refəˈrat/ (3 lettergrepen)
  • [C] Geluid:  ref.    (hulp, bestand)
    • IPA: /refəˈrɛnt/ (3 lettergrepen)
  • [D] Geluid:  ref.    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˌrefərɛnˈdarɪs/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ref.
Woordherkomst en -opbouw
[A], [B], [C], [D] enkelvoud meervoud
naamwoord ref. -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A]deref.v

  1. (taalkunde) verwijzing naar informatie buiten de lopende tekst, vaak in verkorte vorm
     Ref.: Scheepers 486 (= Veilingcat. Beijers, 6-7 jan. 1947).[1]
  2. kort kenmerk aan het begin van een brief of ander bericht, soms in de vorm van een reeks cijfers of letters, gebruikt om verschillende berichten over één kwestie gemakkelijker bij elkaar te houden
     Ons ref.: 0424/12. Reactie voorstel wijziging grondwet.[2]
Schrijfwijzen
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

[B]hetref.o

  1. kort commentaar op de inhoud van een publicatie of voordracht door een deskundige
Schrijfwijzen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[C]deref.m

  1. (persoon) deskundige die de inhoud van een publicatie of voordracht van een commentaar voorziet
     Er waren negen voordrachten, waarvan er zes werden becommentarieerd door referenten. In deze opzet werd gesproken door: dr. A.J. Hanou en (ref.) dr. G.J. Johannes; dr. P. van Rooden en (ref.) dr. J. van Eijnatten; dr. J. de Vet en (ref.) dr. C.A. de Niet; dr. D. Vanysacker en (ref.) dr. Th. Clemens; dr. J.W. Buisman en (ref.) dr. R.A. Bosch; dr. J.A.M. Snoek en (ref.) dr. W.J. Hanegraaff.[3]
Schrijfwijzen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

[D]deref.m

  1. (beroep) (historisch) leidinggevende beleidsambtenaar
     Mr. H.A.J. Drost, Ref. Financiën, Weltevreden (…)[4]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord ref. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    G.J. Jaspers
    Trou moet Blyeken te Haarlem en haar oude drukken in de Stadsbibliotheek in: De boekenwereld., jrg. 8 nr. 4 (april 1992), Uitgeverij Matrijs, Utrecht, p. 164
  2. Weblink bron
    St. Eustatius - Caribisch Bederland
    (26 juni 2012), p. 1
  3. Weblink bron
    R.P. Bosch
    11. Verslag van de Werkgroep achttiende eeuw over het jaar 1999-2000 (24 maart 2000) in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 1999-2000. (2001), Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden, p. 212
  4. Weblink bron Nieuwe Leden. : Groep Nederlandsch Indië. in: Neerlandia., jrg. 29 nr. 11 (november 1925), W.D. Meinema, Delft, p. 184 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.