ref
Niet te verwarren met: ref. |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ref (hulp, bestand)
- IPA: / rɛf / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- ref
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van referee
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ref | refs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ref m
- (sport) (informeel) persoon die bewaakt dat deelnemers aan een wedstrijd zich aan de spelregels houden
- ▸ De enige speler die met de ref mag spreken is de aanvoerder en ook hij moet op zijn woorden passen.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ref staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bastiaan Nagtegaal“Het WK rugby begint: een onmisbare gids om het te kunnen volgen” (18 september 2015) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.