regelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ge·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van regelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord regelaar regelaars
verkleinwoord regelaartje regelaartjes

Zelfstandig naamwoord

deregelaarm

  1. iemand die regelt
  2. (elektrotechniek) (regeltechniek) deel van een instrument dat iets regelt
Synoniemen
Hyponiemen
  • hoogteregelaar
  • klepstandregelaar
  • klimaatregelaar
  • kompasregelaar
  • laadstroom-regelaar
  • luchtdrukregelaar
  • niveauregelaar
  • papregelaar
  • remdrukregelaar
  • schaderegelaar
  • schuifregelaar
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord regelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.