regeringszetel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  regeringszetel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ge·rings·ze·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regeringszetel regeringszetels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deregeringszetelm [1]

  1. plaats waar de regering en het parlement gehuisvest zijn
     Voor hem is de residentie van oudsher regeringszetel en landelijk centrum van rechtspraak en diplomatie.[2]
     Wie er achter de aanslag zit, is nog onbekend. In Aden heeft de Zuidelijke Overgangsraad (STC) de macht. In het begin van de Jemenitische burgeroorlog in 2014 vormde die een bondgenootschap met president Hadi, tegen de sjiitische Houthi-rebellen in het noorden. De regeringszetel werd verplaatst van hoofdstad Sanaa, die veroverd werd door de Houthi's, naar Aden. Later raakten Hadi en zijn regering ook in conflict met de STC en vertrok de regering uit Aden.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord regeringszetel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. Weblink bron “Aanslag op vliegveld in Zuid-Jemen, vlak na aankomst nieuwe regering” (Woensdag 30 december 2020, 13:37), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.