hoofdstad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoofdstad    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhof(t)stɑt/ (2 lettergrepen); /'ɦof(t).stɑt/, /'ɦof.ste.də(n)/
Woordafbreking
  • hoofd·stad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdstad hoofdsteden
verkleinwoord hoofdstadje hoofdstadjes

Zelfstandig naamwoord

dehoofdstadv/m

  1. (regering) een belangrijke stad waarvandaan meestal het land, de staat, deelstaat of provincie wordt bestuurd
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • bondshoofdstad, districtshoofdstad, gebiedshoofdstad, provinciehoofdstad, rijkshoofdstad, wereldhoofdstad
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.