reisbiljet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reisbiljet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reis·bil·jet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisbiljet reisbiljetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetreisbiljeto

  1. papier waarop staat dat men gerechtigd is een bepaalde reis met een bepaald vervoermiddel te maken
     Bezorgd toonde Quispel de kapitein, die met een laatdunkende trek op zijn gezicht stond te kijken naar al dat binnenstromende vee, zijn reisbiljet, waarop immers City of Hydra was ingevuld.[1]
     Ze was aan boord zonder reisbiljet, 'want als je de maîtresse van zo iemand bent, heb je geen kaartje nodig'.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reisbiljet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  2. Weblink bron “Moldavische erkent relatie met kapitein Costa Concordia” (29-10-2013), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.