reistas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reistas    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛistɑs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • reis·tas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reistas reistassen
verkleinwoord reistasje reistasjes

Zelfstandig naamwoord

dereistasv/m

  1. rechthoekige afsluitbare zak van stevig materiaal met hengsels bestemd om spullen op reis mee te nemen
  2. buidel met spullen voor uiterlijke verzorging
  3. reistasje (plantkunde) benaming voor gebroken hartje Lamprocapnos spectabilis 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord reistas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Nynorsk

Werkwoord

reistas

  1. verouderde spelling of vorm van reistast tot 2012
(verouderd) lijdende vorm van reista en reiste
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.