resto

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

resto m

  1. (spreektaal) restaurant [1]
  2. (spreektaal) etentje
    «J’te parie un resto que je fais tout le trajet accroché à l’arrière du train.»
    Ik wed om een etentje dat ik het hele stuk vastgeklampt blijf aan de achterkant van de trein. [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /'res.to/
Woordafbreking
  • res·to
enkelvoud meervoud
resto restos

Zelfstandig naamwoord

resto m

  1. rest
Synoniemen
  • [1] remanente, restante

Werkwoord

vervoeging van
restar

resto

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van restar

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.