riemhout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: riemhout (hulp, bestand)
Woordafbreking
- riem·hout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van riem zn "(roeiriem)" en hout zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | riemhout | riemhouten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het riemhout o
- o een stuk hout geschikt om als roeiriem te dienen
- ▸ ⧖Van tyd tot tyd begaven de rampzaligen zich na de Wrakken, , om 't een en ander, door de Zee niet weggespoeld, te bergen. Zy vonden onder andere drie Kassen met Japansche Rokken, die, overmits de koude en regen, hun wonder wel te stade kwamen; ook viel hun een vlot Riemhouten in handen.[1]
- m (bloemplanten) Micropholis guyanensis een boom die voorkomt in een deel van Brazilië, Bolivia en Peru en verder noordelijk, de Guyana 's, het Caribische gebied en Centraal-Amerika tot Costa Rica. De boom is een houtleverancier
- o de hardhoutsoort verkregen van 2)
- ▸ ⧖ Riemhout. No. 32. Nog niet gedetermineerd.
Het is een zeer taai hout. Het wordt gebruikt voor roeiriemen en parels. De boom werd door mij plaatselijk in grootere exemplaren gevonden. Het hout verdient in de kolonie een meer algemeene plaats in den houthandel.[2]
- ▸ ⧖ Riemhout. No. 32. Nog niet gedetermineerd.
Synoniemen
- [2] riemhoutboom
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- [2] riemhoutboom
Gangbaarheid
- Het woord 'riemhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nederlandsche reizen, tot bevordering van den koophandel, na de meest afgelegene gewesten des aardkloots” (1784), Conradi, Petrus Amsterdam, 1767-1791 Plaats, Volkert van der Harlingen, 1768-1801
- ↑ Weblink bron Plasschaert, E.K.“Inspectie van den landbouw in West-Indië” (1908), Oliviera
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.