rijksgeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijksgeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rijks·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijksgeld rijksgelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetrijksgeldo

  1. geld dat de landelijke overheid besteedt
    • Begin 2014 was er veel ophef over de faunaverbinding, die in 2012 werd aangelegd. Het werd landelijk nieuws. Want 144.000 euro rijksgeld was er gestoken in de verbinding tussen het Haagse Bos en Clingendael. En dat allemaal om te voorkomen dat de overstekende knaagdieren zouden worden doodgereden. Maar tot dan had nog geen enkele eekhoorn gebruik gemaakt van de brug. [2] 
    • In totaal is 15 miljoen euro beschikbaar gesteld voor plannen om het tracé Wijthmen-Nijverdal aan te pakken. Hiervan komt 5 miljoen euro van de Rijksoverheid en 10 miljoen euro van de provincie Overijssel. Het rijksgeld wordt uitsluitend ingezet voor verkeersveiligheidsmaatregelen. De provincie betaalt hier ook aan mee, maar investeert daarnaast in extra maatregelen om de bereikbaarheid en leefbaarheid te vergroten. [3] 
    • Zodoende gaan we binnenkort tijdens het Achterhoekdiner in Den Haag bij de landelijke politiek het signaal afgeven dat ze daar wel rekening moeten houden bij het toekennen van rijksgeld voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo, red.). Anders kunnen wij onze afspraken met de thuishulpen, hun organisaties, hun cliënten en de zorgverzekeraars niet waarmaken.” [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rijksgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.