rijkswege
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijkswege (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛikswɛɣə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- rijks·we·ge
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
rijkswege
- (verouderd) de kant van de overheid (alleen in de vaste verbinding van rijkswege)
- Ook wordt bekeken hoe de kosten verder verlaagd kunnen worden. Zo hoopt het openbaar onderwijs de komende jaren de bezuinigingen van rijkswege het hoofd te kunnen bieden. [2]
Typische woordcombinaties
Gangbaarheid
- Het woord 'rijkswege' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijkswege" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 22 januari 2011 OPOA op zoek naar ‘nieuw geld’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.