rolpens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rolpens    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rol·pens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolpens rolpensen
verkleinwoord rolpensje rolpensjes

Zelfstandig naamwoord

derolpensv/m

  1. (voeding) een traditioneel soort lichtzurige worst
     De recepten in haar Zomer- en Winterboekje zijn ook nu nog makkelijk na te koken, al herkennen we niet meer alle gerechten. Schotels als plukvisch, rolpens, panharing en drie-in-de-pan zullen niet iedereen meer iets zeggen.[2]
     Betuws dialect leren spreken, biestpannenkoek proeven en rolpens eten. Dat waren de ingrediënten voor een cursus inburgeren donderdagavond in het Betuwse Neerijnen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rolpens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Zo houd je culinair Nederlands erfgoed in ere” (05-10-2019), Tubantia
  3. Weblink bron
    Janita ten Voorde
    “Inburgeren met biestpannenkoek en rolpens” (03-03-2006), Reformatorisch Dagblad
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.