roodkeelbospatrijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roodkeelbospatrijs    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rood·keel·bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodkeelbospatrijs roodkeelbospatrijzen
verkleinwoord roodkeelbospatrijsje roodkeelbospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

deroodkeelbospatrijsv/m

  1. (hoendervogels) Arborophila rufogularis  een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1850 door Edward Blyth . De soort komt voor van het noorden van India tot het midden van Vietnam en telt 6 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'roodkeelbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.