roodoor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roodoor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrotor / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- rood·oor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rood bn en oor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodoor | roodoren |
verkleinwoord | roodoortje | roodoortjes |
Zelfstandig naamwoord
de roodoor m
- (dierkunde) benaming voor ras of soort dier dat rode oren heeft
- ▸ Dit leuke kikkertje, dat acht centimeter groot kan worden, is een roodoorkikker en komt uit Zuid-Azië. Roodoor kan in een paludarium.[1]
Afgeleide begrippen
Anagrammen
- "roodoor" is een palindroom
Gangbaarheid
- Het woord 'roodoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Lies NeveWat is ’n paludarium? (fotobijschrift) in: Algemeen Dagblad , jrg. (13 juni 1972), Stichting Algemeen Dagblad, Rotterdam, p. 2 kol. 4
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.