roofblei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roofblei    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrovblɛi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • roof·blei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roofblei roofbleien
verkleinwoord roofbleitje roofbleitjes

Zelfstandig naamwoord

deroofbleiv/m

  1. (straalvinnigen) exotische roof- en zoetwatervis die voorkomt in de wateren van de Benelux, Leuciscus aspius 
     Beijeman en zijn boot kun je voor verschillende vissoorten huren: snoek, snoekbaars, baars en een relatieve nieuwkomer uit Oost-Europa, de roofblei.[1]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'roofblei' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Menno Steketee
    “138 cm zoetwaterwolf” (19 december 2009) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.