rotdag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rotdag    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɔdɑx/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rot·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotdag rotdagen
verkleinwoord rotdagje rotdagjes

Zelfstandig naamwoord

derotdagm

  1. vervelende dag
    • Het was vandag een rotdag met rotweer. 

Gangbaarheid

  • Het woord rotdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.