rouwsluier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rouwsluier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rouw·slui·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rouw zn en sluier zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rouwsluier | rouwsluiers |
verkleinwoord | rouwsluiertje | rouwsluiertjes |
Zelfstandig naamwoord
de rouwsluier m
- (kleding) zwarte doek die een vrouw om het hoofd draagt als teken van rouw om een overledene
- ▸ Het was mlle Bourienne, ze droeg een zwarte japon en een rouwsluier.[2]
- (figuurlijk) het in een droevige stemming zijn
- ▸ In menig Nederlandse huiskamer werd die avond voor het eerst voorzichtig gedroomd over een mogelijke wereldtitel. Maar 4,5 maand later is het oranje juichpak verruild voor een donkere rouwsluier. Wat is er zoal veranderd?[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rouwsluier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Nederland-Mexico: 4,5 maand later” (12-11-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.