rower

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord rower rowers

Zelfstandig naamwoord

rower

  1. rover
    «Scotty Smith was 'n Suid-Afrikaanse rower bekend as Suid-Afrika se Robin Hood.»
    Scotty Smith was een Zuid-Afrikaanse rover, bekend als de Robin Hood van Zuid-Afrika.

Pools

Uitspraak
  • Geluid:  rower    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

rower m

  1. (verkeer), (techniek)  fiets zn 
    «Mój rower jest zielony.»
    Mijn fiets is groen.
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • rowerować, rowerowy, rowerzysta
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.