schaakstuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaakstuk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxakstʏk/ (2 lettergrepen); /ˈsxakstʌk/
Woordafbreking
  • schaak·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaakstuk schaakstukken
verkleinwoord schaakstukje schaakstukjes

Zelfstandig naamwoord

hetschaakstuko

  1. een onderdeel van het schaken dat over het schaakbord bewogen wordt
    • Een toren en een paard zijn belangrijke schaakstukken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaakstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.