schaamhaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaamhaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schaam·haar
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetschaamhaaro

  1. het haar dat groeit in de schaamstreek bij het os pubis
    • Vanaf de puberteit krijgen jongens en meisjes schaamhaar in de schaamstreek. 
enkelvoud meervoud
naamwoord schaamhaar schaamharen
verkleinwoord schaamhaartje schaamhaartjes

Zelfstandig naamwoord

deschaamhaarv/m [2]

  1. een van de haartjes van het schaamhaar
    • Door DNA analyse van een schaamhaar kon de politie de dader van de verkrachtingszaak vinden. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord schaamhaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.