schaapherder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaapherder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schaap·her·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaapherder schaapherders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deschaapherderm

  1. (beroep) herder van schapen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaapherder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.