schaatsenrijder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schaatsenrijder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxatsə(n)ˌrɛɪdər/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schaat·sen·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schaatsenrijder schaatsenrijders
verkleinwoord schaatsenrijdertje schaatsenrijdertjes

Zelfstandig naamwoord

deschaatsenrijderm

  1. iemand die zich op de schaats voortbeweegt
    • Bij schaatsenrijders die deelnemen aan de molentocht gaat een kop snert er altijd wel in. 
  2. (figuurlijk) (halfvleugeligen) insect uit de familie Gerridae  van de insecten en behorend tot de orde halfvleugeligen (Hemiptera) dat zich dank zij de oppervlaktespanning op het wateroppervlak kan voortbewegen
    • Schaatsenrijders leven van kleine diertjes die per ongeluk in het water terechtkomen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • schaatsenrijderskostuum
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaatsenrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.