schedel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schedel    (hulp, bestand)
  • IPA: /'sχedəl/
Woordafbreking
  • sche·del
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hersenpan’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schedel schedels
verkleinwoord schedeltje schedeltjes

Zelfstandig naamwoord

deschedelm

  1. (anatomie) skelet van een mensenhoofd of van een dierenkop, dat vorm geeft aan het hoofd resp. de kop
     Deze indrukwekkende demonstratie van betrokkenheid van de kant van de majordomus had een onverwachte uitwerking op de gevleide dichteres. Ze begon te schateren, waarbij zichtbaar werd hoe haar tanden verankerd waren in de met roze tandvlees overtrokken mandibula van haar schedel. Het was bijna angstaanjagend hoe grappig zij de goedbedoelde declamatie van haar eigen meesterwerk achtte.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.