schepbek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schepbek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɛbɛk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schep·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schepbek schepbekken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deschepbekm

  1. (anatomie) (grasparkiet) afwijkende vorm van een snavel waarbij de bovensnavel niet over, maar in de ondersnavel valt
     Normaal gaat de bovensnavel over de ondersnavel heen. Bij de schepbek is dit dan precies andersom, dus de ondersnavel gaat om de bovensnavel heen.[1]
Verwante begrippen
  • onderbijt

Gangbaarheid

  • Het woord 'schepbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    TJip
    “Evenementen in de Limburgse Westhoek : Schepbek bij de grasparkieten.” (24 maart 2009) op bloggen.be
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.