schizofrenie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schizofrenie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌsxɪtsofreˈni/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schi·zo·fre·nie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘gespletenheid in de persoonlijkheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1930 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord schizofrenie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deschizofreniev

  1. (psychologie) chronische geestesziekte met perioden van verwardheid en psychose
    • Hij heeft al twee behandelingen gehad voor zijn schizofrenie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schizofrenie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Roemeens

Zelfstandig naamwoord

schizofrenie

  1. schizofrenie

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

schizofrenie

  1. schizofrenie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.