schoenenwinkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoenenwinkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schoe·nen·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoenenwinkel schoenenwinkels
verkleinwoord schoenenwinkeltje schoenenwinkeltjes

Zelfstandig naamwoord

deschoenenwinkelm

  1. winkel waar men naast schoenen meestal ook sokken, schoenveters en schoenpoets verkoopt
    • Vaak zie je in een stad meerdere schoenenwinks naast elkaar in één straat. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord schoenenwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

schoenenwinkel

  1. schoenenwinkel

Veluws

Zelfstandig naamwoord

schoenenwinkel

  1. schoenenwinkel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.