schoenlepel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoenlepel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schoen·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoenlepel schoenlepels
verkleinwoord schoenlepeltje schoenlepeltjes

Zelfstandig naamwoord

deschoenlepelm

  1. (huishouden) voorwerp om het aantrekken van schoenen te vergemakkelijken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schoenlepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.