sekspartner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sekspartner    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɛkspɑrtnər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • seks·part·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sekspartner sekspartners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desekspartnerm

  1. (persoon) (seksualiteit) iemand waarmee je seksuele omgang hebt
    Vooral gebruikt als neutrale term die losstaat van de verdere betrekkingen met de persoon in kwestie en morele opvattingen die daarmee verbonden zijn.
     Je kan een orgasme ervaren in het bijzijn van je sekspartner, maar ook als je alleen bent.[1]
Synoniemen
  • neukmaatje (informeel)
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord sekspartner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Naomi Defoer
    “Dit gebeurt er in je lichaam tijdens een orgasme” (22 december 2021) op nu.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.