shipwreck

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
shipwreck shipwrecks

Zelfstandig naamwoord

shipwreck

  1. (scheepvaart) schipbreuk
  2. (scheepvaart) scheepswrak
  3. (figuurlijk) mislukking
Synoniemen
  • shipbreach
vervoeging
onbepaalde wijs to  shipwreck 
he/she/it  shipwrecks 
verleden tijd  shipwrecked 
voltooid
deelwoord
 shipwrecked 
onvoltooid
deelwoord
 shipwrecking 
gebiedende wijs  shipwreck 

Werkwoord

shipwreck

  1. onovergankelijk, (scheepvaart) schipbreuk lijden
  2. overgankelijk, (scheepvaart) schipbreuk doen lijden
  3. onovergankelijk falen [2], mislukken, niet slagen
  4. overgankelijk doen falen [2], doen mislukken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.