shoplift

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈʃɒpˌlɪft/
vervoeging
onbepaalde wijs to  shoplift 
he/she/it  shoplifts 
verleden tijd  shoplifted 
voltooid
deelwoord
 shoplifted 
onvoltooid
deelwoord
 shoplifting 
gebiedende wijs  shoplift 

Werkwoord

shoplift

  1. het begaan van winkeldiefstal
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.