skigebied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  skigebied    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ski·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord skigebied skigebieden
verkleinwoord skigebiedje skigebiedjes

Zelfstandig naamwoord

hetskigebiedo

  1. (wintersport) een gebied waar men kan en mag skiën meestal gelegen in wintersportgebieden
    • De belangrijkste wintersportgebieden in Europa liggen in de Alpen in landen als Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland; echter, ook in landen als Tsjechië en Noorwegen zijn talrijke skigebieden te vinden. 

Gangbaarheid

  • Het woord skigebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.