skistok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  skistok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ski·stok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord skistok skistokken
verkleinwoord skistokje skistokjes

Zelfstandig naamwoord

deskistokm

  1. (sport) lichte stok als hulpmiddel bij het skiën

Gangbaarheid

  • Het woord skistok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.