skogsarbeider
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈskuːgsɑɾbæjdəɾ /, / ˈskuːgsɑɾˈbæjdəɾ /
Woordafbreking
- skogs·ar·bei·der
Woordherkomst en -opbouw
| Naar frequentie | 141309 |
|---|
| enkelvoud | meervoud | |||
|---|---|---|---|---|
| onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
| nominatief | skogsarbeider | skogsarbeideren | skogsarbeidere | skogsarbeiderne |
| genitief | skogsarbeiders | skogsarbeiderens | skogsarbeideres | skogsarbeidernes |
Zelfstandig naamwoord
skogsarbeider
- (beroep) bosarbeider
- «Ved siden av sitt virke som skogsarbeider og tømmerfløter, har han også drevet sitt småbruk.[1]»
- Naast zijn werk als bosarbeider en houtvlotter heeft hij ook zijn kleine boerderij gerund.
- «Ved siden av sitt virke som skogsarbeider og tømmerfløter, har han også drevet sitt småbruk.[1]»
Verwijzingen
- ↑ Ringerikes Blad, krant van donderdag 24 dec 1953 (109ste jaargang, nr. 298), pagina 2, "Vi gratulerer: 75 år"; gehaald via (in het Noors; geraadpleegd 2021-11-25)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.