snare
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈsnɑːɑ/
Woordafbreking
- sna·re
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk naamwoord: Afleiding van snar
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord snara
Naar frequentie | 49038 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
snare, g / o
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van snar
snare, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van snar
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | snare | snaren | snarer | snarerne |
genitief | snares | snarens | snarers | snarernes |
Zelfstandig naamwoord
snare, g
Synoniemen
- [2]: fælde
- [2]: list
- [2]: rænke
Hyperoniemen
- [1]: fangstredskab
Verwante begrippen
- [1]: rævesaks
- [1]: slyngtråd
Verwijzingen
- snare in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Engels
Uitspraak
- Geluid: snare (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
Van Angelsaksisch snearu, Protogermaans *snarkho. Verwant met o.a. Nederlands snaar.[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to snare |
he/she/it | snares |
verleden tijd | snared |
voltooid deelwoord |
snared |
onvoltooid deelwoord |
snared |
gebiedende wijs | snaring |
Werkwoord
snare
- overgankelijk in de val lokken; bedriegen, misleiden
- overgankelijk verstrikken
- overgankelijk, (informeel) gappen, stelen
- overgankelijk weten te bemachtigen, in handen krijgen
- «Snare a job.»
- Een baan weten te krijgen.
- «Snare a job.»
Afgeleide begrippen
- snarer
enkelvoud | meervoud |
---|---|
snare | snares |
Zelfstandig naamwoord
snare
- valstrik
- verleiding, verlokking
- (muziek) trommelsnaar
- (medisch) poliepsnoerder
Afgeleide begrippen
- [4] snare drum
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.