list

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  list    (hulp, bestand)
  • IPA: /'lɪst/
Woordafbreking
  • list
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slimheid’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • list werd al in de 13e eeuw gebruikt in de betekenis van van kennis, handigheid
enkelvoud meervoud
naamwoord list listen
verkleinwoord listje listjes

Zelfstandig naamwoord

delistv

  1. een oplossing voor een probleem waardoor tegenstrevers worden verrast, in ongunstige zin: slim bedrog
    • Het houten paard was een list om Troje binnen te komen. 
  2. (verouderd) het vermogen om een oplossing die tegenstrevers verrast, te bedenken
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Citaten
  • Verzin toch eens een list! (Marten Toonder) - als een moeilijke situatie om een ingenieuze oplossing vraagt, vaak aangehaald in de vorm: "Tom Poes, verzin een list!"
Uitdrukkingen en gezegden
  • De firma List & Bedrog (aanduiding van een onbetrouwbaar bedrijf)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord list staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  list    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
list lists

Zelfstandig naamwoord

list

  1. lijst
Hyponiemen
vervoeging
onbepaalde wijs to  list 
he/she/it  lists 
verleden tijd  listed 
voltooid
deelwoord
 listed 
onvoltooid
deelwoord
 listing 
gebiedende wijs  list 

Werkwoord

list

  1. een lijst [1] maken
  2. (scheepvaart) slagzij maken
  3. (verouderd) aanstaan, behagen, goeddunken

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / list /
Woordafbreking
  • list
Woordherkomst en -opbouw
  • [1-6]: Afkomstig van het Oudnoordse woord  lista zn 
  • [7-8]: Afkomstig van het Oudnoordse woord  list zn  'slimheid, vaardigheid, inzicht'; huidige betekenis beïnvloed door het Middelnederduitse woord  list zn 
Naar frequentie 20888
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   list     m: listen
v: lista  
  lister     listene  
genitief   lists     m: listens
v: listas  
  listers     listenes  

Zelfstandig naamwoord

list

  1. lijst (een relatief smal, dun stuk hout, metaal, rubber en dergelijke)
  2. (bouwkunde) lat (een vooruitspringende rand aan een gebouw)
  3. regel (een houten lat of rib van een bepaalde afmeting)
  4. sierlijst
  5. (sport) (bij het hoogspringen en polsstokspringen): lat
  6. (figuurlijk) lat, meetlat
  7. list
  8. een sluw, ondeugend gedrag; een slim bedacht plan of slimme bedachte vindingrijkheid (vooral als middel om iemand om de tuin te leiden); kneep; kwajongensstreek
Synoniemen
  • [7]:  listighet zn 
  • [7]:  lurhet zn 
  • [7]:  snedighet zn 
  • [8]:  klokskap zn 
  • [8]:  kløkt zn 
  • [8]:  kunst zn 
  • [8]:  lureri zn 
Hyponiemen
  • [2]:  feielist zn 
  • [2]:  gulvlist zn 
  • [2]:  pyntelist zn 
  • [2]:  taklist zn 
  • [2]:  tetningslist zn 
  • [2]:  vinduslist zn 
  • [7]:  kvinnelist zn 
Spreekwoorden
  • [7]: Manns list er vel behende, men kvinnelist er uten ende.
Deze mannenlijst is handig, maar de vrouwenlijst is eindeloos.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [6]: legge listen høyt
hoge eisen stellen
  • [6]: legge listen for høyt
te hoge eisen stellen
  • [6]: legge listen lavt
geringe eisen stellen
  • [6]: legge listen for lavt
te geringe eisen stellen
  • [8]: bruke list
een list gebruiken
  • [8]: med list
met list
  • [8]: med list en lempe
voorzichtig en bedachtzaam, met voorzichtigheid, met bedachtzame aanpak (letterlijk: met list en voorzichtigheid)

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / list /
Woordafbreking
  • list
Woordherkomst en -opbouw
  • [1-6]: Afkomstig van het Oudnoordse woord  lista zn 
  • [7-8]: Afkomstig van het Oudnoordse woord  list zn  'slimheid, vaardigheid, inzicht'; huidige betekenis beïnvloed door het Middelnederduitse woord  list zn 
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   list     lista     lister     listene  

Zelfstandig naamwoord

list

  1. lijst (een relatief smal, dun stuk hout, metaal, rubber en dergelijke)
  2. (bouwkunde) lat (een vooruitspringende rand aan een gebouw)
  3. regel (een houten lat of rib van een bepaalde afmeting)
  4. sierlijst
  5. (sport) (bij het hoogspringen en polsstokspringen): lat
  6. (figuurlijk) lat, meetlat
  7. list
  8. een sluw, ondeugend gedrag; een slim bedacht plan of slimme bedachte vindingrijkheid (vooral als middel om iemand om de tuin te leiden); kneep; kwajongensstreek
Synoniemen
  • [7]:  listighet zn 
  • [7]:  lurhet zn 
  • [7]:  snedighet zn 
  • [8]:  knep zn 
  • [8]:  lureri zn 
  • [8]:  klokskap zn 
  • [8]:  kløkt zn 
  • [8]:  kunst zn 
  • [8]:  lureri zn 
Hyponiemen
  • [2]:  pyntelist zn 
  • [2]:  golvlist zn 
  • [2]:  taklist zn 
  • [7]:  kvinnelist zn 
  • [8]:  kløkt zn 
  • [8]:  lureri zn 
Spreekwoorden
  • [7]: Manns list er vel behende, men kvinnelist er uten ende.
Deze mannenlijst is handig, maar de vrouwenlijst is eindeloos.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [8]: bruke list
een list gebruiken
  • [8]: med list en lempe
voorzichtig en bedachtzaam, met voorzichtigheid, met bedachtzame aanpak (letterlijk: met list en voorzichtigheid)

Pools

Zelfstandig naamwoord

list m

  1. brief
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.