snoeischaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoeischaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnujsxar/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈsnujsχar/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsnujsxar/
Woordafbreking
  • snoei·schaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snoeischaar snoeischaren
verkleinwoord snoeischaartje snoeischaartjes

Zelfstandig naamwoord

desnoeischaarv/m

  1. (gereedschap) een stevige, korte schaar voor het snoeien van planten, struiken e.d
    • Het is weer tijd om de snoeischaar ter hand te nemen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snoeischaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.